donderdag 5 april 2012

Kinderlijk geluk

Gaia gaat nog gehuld in een laatste rest ochtendnevel wanneer ik om 6.30 de patio binnenschuif om daar een smulverse gloeiend hete bananaporridge en marsalatea te gaan genieten alvorens ik met mijn backpack richting bus vertrek om naar Pokhara af te reizen.
De avond ervoor zat ik er nog samen met Rene om het leven door te nemen in een stijl die past bij twee mensen die elkaar maar heel zelden zien, elkaar ontzettend veel te vertellen hebben en behept zijn met een stuiterende ADHD- energie. Helemaal goed dus daar bij Gaia met het schijnsel van kaarslicht onder de apenboom.

Tijdens de zeven uur durende busrit naar Pokhara geef ik het opnieuw een kans.
Opnieuw waag ik mij eraan mijn gedachten te laten gaan en zo boven tafel te krijgen wat maakt dat Nepal voelt zoals het voor mij voelt. Waarom het zo binnen komt dat ik bij terugkomst in Nederland de eerste tijd verga van de heimwee naar dit betoverende land en zijn bijzondere mensen. Een gevoel dat vooral de eerste tijd na terugkeer hevig aanwezig is maar schrijnend blijft rond zoemen in mijn onderbuik. Wat maakt dat Nepal me een groots gevoel van thuiskomen bezorgd? Het land met al zijn eigenheid, gewoontes en leefstijl zijn zo volstrekt anders dan ik ken van Nederland dat het niet logisch lijkt me hier dusdanig thuis te voelen.
Ik doe niets liever dan het leven pellen als een uitje...schil voor schil... om zo voor mijzelf trachten te achterhalen wat er schuilgaat onder en achter gedrag of gevoel. Ik wil het onder een loepje nemen en trachten uit te vissen waarom dingen voelen, zijn en gaan zoals ze gaan. Waarom gedraag ik mij zo, waarom voel ik dit en van waar komt het bij die ander? Een fascinatie en gretigheid naar het leven en de mens in al zijn facetten.
Wat is het met Nepal?
De wereld 'Nepal' betekent voor mij 'gemoedelijkheid' in de eerste plaats. Wanneer ik zondag per bus van Kathmandu naar Pokhara reis schuift deze hele wereld aan gemoedelijkheid weer aan me voorbij. Ik laat me vollopen met de wereld van improvisatie, sociale bewogenheid, rust en geluk. Gewoon ' zijn' in de pure vorm! De basis, de kern is compleet!
De kleine dorpjes met alle hutjes ( huisjes) her en der zonder enige logica ( heerlijk). De huisjes bestaan uit wat slordige wanden, een reep golfplaat als dak waarbij stenen moeten behoeden dat de plaat niet bij iedere eerste de beste windhoos wegwaait. Een lap stof welke als deur fungeert deur maar dan nog alleen maar voluit hangt tijdens de nacht, de kou en de regen. Verder staat de gevel altijd open zoals het hele leven hier open staat en toegankelijk is. Wassen, badderen, eten, samen zijn en theedrinken. Alles gebeurt buiten. Openlijk, inzichtelijk en met elkaar. Als een grenzeloos groot sociaal proces met een vanzelfsprekende toegankelijkheid.
Waarom word ik hier nou zo gelukkig van? Dit aanschouwen of beter nog...hier deel van uit mogen maken. Er moet iets eigens, iets vertrouwds inzitten wat mijn wortels raakt. Net zoals als met klanken en geuren kan gaan. Klanken en geuren welke je in 1 'split second' jaren en jaren kunnen terug zwiepen in de tijd en als vanzelf al die tijd overbruggen en een vertrouwd gevoel omhoog kunnen laten borrelen.
Slecht vier jaar oud was ik toen mijn opa overleed. Ik hield van mijn opa. Mijn dierbare opa met zijn brede nek, korte dunne witte haartjes en alpinopet. Er zijn herinneringen, als vage flarden in mijn brein. De tijd met hem samen in zijn huisje in Alkmaar. Het huisje wat je alleen kon bereiken per bruggetje over de smalle sloot. Waar ik zo graag kwam en speelde. Zittend op de grond met knikkers en houten dieren.
Weinig tastbaar en concreet zijn de herinneringen maar de sfeer van herinnering diep in mijn lichaam opgeslagen en komen vrij in een vorm van melancholiek wanneer er een geur mijn neus binnendringt die mij onmiddellijk weer als driejarig meisje op de grond doen belanden van het huisje van mijn opa. Het is een geur met de mengeling van nieuwe verfkwasten en mottenballen.
En dit is dan maar een voorbeeld. Geuren en klanken overbruggen met regelmaat en zonder moeite 10,20,30 of 40 jaar in de tijd.
De eerste twee akkoorden van een willekeurig nummer van James Taylor en ik zit weer bij Frank op schoot.
1986 en smoorverliefd. Het nummer " You are my only one" hebben wij samen in alle toonaarden beleefd en doorvoelt. De lange lieve handgeschreven brief van Frank die ik overlopend van liefde las, zittend op de zachte bruine hoekbank in het huis bij mijn ouders terwijl " only one" aan een stuk door uit de speakers klinkt. Een heerlijke ultieme combinatie voor een verliefde zestienjarige kan ik je wel vertellen.
Ik hoor " Song for you far away" en onmiddellijk voel ik het zand onder mijn blote voeten terwijl ik samen met Frank door het zand van Egmond stap, dicht tegen elkaar aan, keer op keer heen en weer naar het strandhuisje terwijl de stem van James klinkt vanuit de minispeakers, die zorgvuldig zandvrij zijn weggestopt in de rugzak die voor ons bungelt.
Toen onze twee prachtige zonen de stap van " buik" naar " aarde" maakte zong James Taylor zachtjes op de achtergrond de muziek van onze liefde terwijl ik de weeën weg pufte. Ons samenzijn wat veranderde van met zijn tweeën, naar z'n drie, naar z'n vier.
Het heeft me letterlijk jaren gekost voor ik weer in staat was om naar James te luisteren zonder verscheurd te worden door hartenpijn na onze scheiding in 2001.
Vertrouwenwekkende herinneringen, diep gegroefd in mijn ziel, in mijn zijn.

Dorpje na dorpje passeren we, in de gloed van zon en een vage waas van stof, onderweg naar Pokhara. Kinderen badderen op straat en rennen met glimmend natte blote lijfjes schaterlachend achter elkaar aan. Kluitjes vrouwen doen samen een was van bontgekleurde lappen bij de stromende kraan langs de weg terwijl daarnaast een witte geit wat met zijn oren staat te flapperen en al kauwend op een halve grasspriet het zo te zien prima naar zijn zin heeft.
Zittend op haar hurken is een vrouw bezig met het fijnstampen van kruiden in een grote vijzel.

Ik ga opnieuw 30-40 jaar terug in de tijd. Op mijn spillebenen huppel ik door de woonkamer van het huis waar ik woonde met mijn ouders in Oudorp. Linda, mijn lievelingspop, kleine beer, grote beer en mini pop ze hadden allemaal een huis nodig, was mijn uitgesproken mening. Ik liep daarom af en aan te slepen met wollen dekens en oude slaapzakken om hierin te voorzien. 2 eikenhouten stoelen tegenover elkaar en daartussen een tafeltje op zijn kant. En dan daar overheen een groot kleed. Her en der een knijper welke het lappendak van mijn woning op zijn plek moesten houden. Een gestreepte plaid met franjes moest dienen als deur. En met die finishing touch was mijn huis klaar om bewoond te worden.
Buiten in de bosjes verzamelde ik mijn favoriete mix van kakelverse blaadjes en grote groene grassprieten. Alles ging mee in de zakken van mijn jas en thuis bereide ik daar, zittend op mijn hurken op de grond, de allerlekkerste prutjes van in een gekleurd plastic bakje. De blaadjes en het gras, samen met wat modder en besjes, werden door mij met een stokje zorgvuldig door elkaar gemengd. Het eten voor mijn lievelingen was daarmee een feit. Onder een lap, op de grond met pop en beer genoot ik op de grond van ons geweldige diner.
Dit tafereel staat niet op zich maar is een kleine schakel in de reeks van soortgelijke ervaringen. Ik ben dankbaar en blij dat mijn ouders me de ruimte gaven om aldoor opnieuw de woonkamer op stelten te zitten. Dat ik de ruimte kreeg om de doorgang van kamer naar de keuken compleet te versperren omdat nou eenmaal alles ondergeschikt was aan mijn missie "hutten bouwen." Dat ze op visite kwamen bij mij en pop en beer en eindeloos mijn bessenprutjes dankbaar in ontvangst namen. Samen zittend op de grond onder mijn lappendak.
Wanneer ik per bus door Nepal hobbel en mijn gedachten laat gaan over wat maakt dat Nepal vertrouwd voelt en inhaakt op mijn wortels dan weet ik ineens zo zeker als wat dat het hiermee te maken moet hebben.
Om mij heen ervaar ik een keur aan kinderlijke eenvoud en genieten. Het leven in Nepal toont hoe kinderlijk simpel het leven kan zijn. Een stukje golfplaat, wat stenen, een takkenbos als bezem, koken op een houtvuurtje op de grond, een stoffen lap als deur en je hebt een huis! En kinderlijkheid gaat hand in hand met onbezorgdheid, leven in het nu en domweg ongecompliceerd genieten in al zijn eenvoud.
En zeg nou zelf..wie wil dat nou niet? En echt niet alleen als kind!

zondag 1 april 2012

Een nieuwe Nepalervaring aan mijn voeten

Op het moment dat ik mijn billen neervlij op de achterbank van de auto van pap en mam met de geruststellende gedachte dat mijn volgeplempte backpack veilig en wel in de kofferbak ligt, begint mijn vakantie. Alsof ik werkelijk bezit over het vermogen intern een knopje om te zetten. Alsof ik bijna letterlijk mijn prominente to-do-lijstjes van het kaliber never-ending-story, ritueel verbrand en daarmee de figuurlijke vakantiedrempel overstap.

Alles loopt zo smooth als het maar gaan kan en na de rituele incheckhandelingen gaan we voor een gezamenlijk moment met versnapering.
In de vroege ochtend was er nog een email van Rene binnengevlogen, behalve gericht aan mij ook aan ene ( voor mij onbekende) Nick. Dit om ons erop attent te maken dat wij samen in hetzelfde vliegtuig zouden zitten die avond naar Kathmandu. En zoals dat gaat in een tijd als dit met alle snelheid die daarbij hoort hadden we vijf minuten later telefonische even kennisgemaakt en was de Facebooklink uiteraard gelegd. Ook op Schiphol hadden we elkaar al snel in het snotje.
Nick, 20 jaar, met de complete uitstalling die daarbij hoort, op de drempel om Nederland te verlaten voor god-weet-hoe-lang en wat en waar. 1 1/2 jaar minimaal is de planning....te starten met Nepal. Je begrijpt dat de hele schare was vertegenwoordigd als uitzwaaicomité voor Nick..een compleet geheel aan chille vrienden, kleine nichtjes en neefjes , inclusief snotter-oma want tja..je kleinkind uitzwaaien voor minimaal anderhalf jaar gaat nou eenmaal niet in je kouwe kleren zitten.

In het vliegtuig nestel mij op 21C, keurig zoals van mij verwacht wordt. Voor mij op de grond plant ik mijn reisvriend in de vorm van mijn overduidelijk rode kippling tas ( lees..uit de kluiten gewassen hutkoffer) die zorgt voor alle varianten aan vertier voor onderweg. 12 uur vliegen is voor mij verre van een straf namelijk maar verschaft mij de royale positie om nou eindelijk eens te doen wat ik elke dag wel wil doen maar nooit aan toe kom. Echt... noem het en het zit in mijn fijne tas. Het is een wereldje op zichzelf, die tas van mij waar ik bijna een TomTom bij nodig heb om de weg te vinden in het gangenstelsel van opbergzakjes, vakjes, gleufjes en nisjes. Iedere keer word ik weer blij verrast door mijzelf dat ik oja-jippie- dit ook heb meegenomen. Ik ben er voor mezelf nog neit helemaal uit of deze overdaad mij..
A. Een rustgevend gevoel bezorgd( alles is nabij..1 greep in mijn tas en ik kan doen wat ik al maanden wilde maar nooit aan toekwam ( lezen, schrijven, rustig een mandarijntje pellen en daar zachtjes ohmmm bij neuriën, de Happinezz lezen welke ik weken geleden al cadeau heb gekregen van mijn pap en mam maar tot nu toe lag stof te vangen in een hoek, muziek luisteren, origamifiguurtjes vouwen ;) met het puntje van mijn tong uit mijn mond wegens opperste concentratie....en nog veeeeel meer)
Of
B. Een grenzeloos gevoel van buitensporige rusteloosheid ( al die mogelijkheden...wow..waar te beginnen. In al mijn gretigheid wil ik mijn activiteitenontplooiing zo optimaal mogelijk laten verlopen uiteraard.)

Na acht uur vliegen landen we voor een uurtje op Sharjah, midden in de dorre droogte van de immense woestijn. We verlaten het vliegtuig en gaan voor een ommetje vliegveld waar Nick dolgelukkig kan nicotine happen en als een kind zo blij de Mac ontdekt waar hij ...twee burgers naar binnenschuift en mij in een spontane actie op een sapje trakteert.

Vanaf Sharjah is het nog een kleine vier uur vliegen naar Kathmandu. Eenmaal geland (met flinke vaart de landingswielen op Nepalese bodem is een groots gevoel) nog even twee uurtje de rij in voor het felbegeerde nepalvisum en jawel hoor... De wondere wereld die Nepal heet ligt aan mijn voeten.
Voor het immense raam van de grote ontvangsthal springt Rene met zijn buitensporig charismatische uitstraling direct in het oog. Grote glimlach en de kleine stralend zwaaiende Babou, zoontje van Bharat, op zijn arm. Mijn hart loopt over.
Al stuiterend ( schokbrekers en vering is in Nepal nog een verbeterpuntje, zeg maar)verlaten we per auto de luchthaven. Barhat met zijn kleine Babou voorin waarbij ik de hele tijd overweldigd wordt door zo onvoorstelbaar veel blijheid. Binnen drie minuten hebben Babou en Micha elkaar al in het hart gesloten. Hetgeen bezegeld wordt met de traktatie van een handjevol chipskruimels welke met een smoezelig knuisje liefdevol mijn mond wordt binnengeloodst. Is dat even thuiskomen!

Nog meer thuiskomen in Thamel. De wijk zo vertrouwd. Gaia voelt alsof ik niet weg ben geweest en hier gister nog aan mijn Nepalitea zat te nippen onder de apenboom. Heerlijk gevoel.
Mustanghotel met zijn vaal verschoten tapijt, de smoezelige gordijnen die met wat halfslachtige haakjes de boel proberen te redden en vastgeroeste kranen waarbij het altijd weer een verrassing is of er iets uitloopt wanneer je hem open draait.
Wanneer we binnenlopen is de zon al onder. De powercut maakt dat ik bij het schijnsel van een luttel zaklampje mijn gegevens invul op het registratieformulier. In het donker trap na trap klimmend naar mijn kamer. Ik vraag me af hoe ontzettend veel voeten mij hier al zijn voorgegaan. Hoeveel voeten dit vezelloze tapijt waarvan alle kleur is getransformeerd naar vage grijstinten, heeft gedragen.
Nog geen tien minuten laten heb ik mijn eerste Nepali douchemomentje te pakken...een koude douche in het donker die mij weer echt even laat voelen dat ik leef. Nou, niets liever dan dat natuurlijk.

maandag 26 december 2011

Over thuiskomen 7000 km van Alkmaar....

Gaia is huis! Het ademt thuis! Gaia is de zucht van verlichting na bovenmatige overprikkeling of gewiebel. Achterover leunen en ontspannen in " het is goed!
Gaia is als die ozo noodzakelijke kus van je mam op je zere knie wanneer je in al je roekeloosheid plots en onverwachts hard onderuit bent gegaan.
Toen ik afgelopen week op een avond 'thuiskwam' was alles bij Gaia al in een staat van 'over en sluiten'. Nergens meer een gast te bekennen, kussens van de stoelen en het vuur niet meer dan wat vaag gloeiende houtsnippers. Mijn hevige teleurstelling was hoogstwaarschijnlijk doordringend voelbaar omdat ik compleet toe was aan een warme chocolademelk bij de vuurplaats en dat dat er zo zichtbaar niet meer in leek te zitten. Dus ik slaakte een groots " ach en wee" en trok daarbij een bijpassend gezicht. Hoe welkom voel je je dan wanneer je vijf minuten later toch rond een oplaaiend vuur zit, op een stoel met een kussentje onder je billen en een mok gloeiende choco in je knuistje. Zo fijn! Giechelen met de boys van Gaia voor wie de werkavond erop zat en zwaar gemotiveerd ( ik) Nepalese woordjes leren. Verhalen over thuis, familie, het leven. Samenzijn en turen in de vlammen van het vuur. Dat is thuiskomen!
Toen ik Hari Sapkota ( eigenaar Gaia) enthousiast vertelde van mijn nieuwe ontdekking hier in Nepal op dessertgebied riep hij "Oh Didi, i Will make that for you, I Will make that for you!
(Didi, zus in het Nepalees, een liefdevolle Nepalese wijze om de vrouwen hier aan te spreken)
Haluwa, toetje in kwestie bleek geen Nepalees maar Indiaas hoogstandje en maar zeer sporadisch te krijgen hier in de buurt. Hari echter, ging ervoor. Dagenlang hield hij me hoogte van de stand van zaken. Wat hij had ingekocht voor mijn dessert en waar. Hoe hij te werk zou gaan. Wanneer het ( in afstemming met mij) de uitgelezen dag was om dit te gaan bereiden! En jawel...op vrijdagavond daal ik de trap af en staat daar een trots stralende Hari met voor zich drie grote bakken vers dampende 'Haluwa'!
"Were are the boys?" "I made it also for them!"
De Haluwa was verrukkelijk genieten en ervoor betalen was absoluut uitgesloten! " It is a little present for you my didi"!
Vlak voor Sam en ik in de taxi stappen voor het vliegtuig terug naar Nederland maakt Hari snel nog een paar Sandwiches voor ons, voor onderweg. Zodat we niet van de honger hoeven om te komen wanneer we onverhoopt vertraging mochten hebben. Ik ben vertederd door de bijna vaderlijke zorg die uitgaat van dit gebaar.
Ik besef heel goed dat mijn fijne Nepalgevoel absoluut niet hetzelfde zal zijn zonder Gaia. Gaia is voor mij de plek om soms noodzakelijk op adem te komen. Ik met al mijn bovenmatig overontwikkelde hypersensitieve voelsprieten. Omdat Nepal namelijk behalve grandioos genieten absoluut ook incasseren is. Iedere dag weer de grenzeloze smerigheid, de armoede, smoezelige kinderen snuivend aan lijmzakjes zwervend over straat. De hartverscheurende confrontatie met de dieren hier. Honden half weggevreten door schurft zonder dat iemand ook maar iets onderneemt om wat aan die vreselijke wonden te doen. Uitgemergelde babykatjes, kreupele koeien die niet meer op hun poten kunnen staan en in hun eigen viezigheid midden op straat liggen terwijl bus en auto voortdurend voorbijrazen. Het raakt me diep. Kinderen die soms heel zwaar worden mishandeld in babytijd zodat ze onmenselijk gehandicapt raken en zo bedelend meer kunnen opbrengen, aldus het idee van de, wellicht radeloze, ouders.
Wat vind ik het moeilijk om hier mijn weg in te vinden. Waar begin ik? Wat te doen? Hoe te vechten tegen diepgewortelde basisgedragingen binnen de Nepalese cultuur? Het voelt veel te groot en onoverzichtelijk. Maar hoe in godsnaam dit te accepteren? Ik kan en wil het niet maar voor alsnog is het wel de weg waar ik nu voor kies. En dat geeft me dan direct ook weer een gevoel van huichelachtige schandaligheid naar mezelf. Lekker wegduiken in de veiligheid van Gaia en daarmee ook een wereld van lijden buitensluiten. Ik kan het nu nog een soort van verkopen naar mezelf toe maar weet tevens dat dat niet meer voor lang zal zijn. Het vraagt om actie al weet ik nog lang niet in welke hoedanigheid.

Maar ondanks deze kant die ook Nepal vertegenwoordigt....de kant die schrijnt, die pijn doet en verscheurd, is dit verre van de basislijn.
De basislijn is het stralen en het leven leven zoals het komt. Gelukkig zijn. Gemak zonder alle poespas. Genieten met een grootse sociale bewogenheid, gemoedelijkheid, liefdevolle betrokkenheid en vooral echtheid. Dit ben ik en zo is het!
Go with the flow en aanvaard het leven zoals het komt en doe het samen! Dat is Nepal!
En dat maakt dat ik hier nooit meer weg wil of op z'n minst aldoor weer terug terug terug wil!
Groots aanwezig en enorm voelbaar...iedere dag opnieuw!

donderdag 22 december 2011

Kamikazefietstocht in Nepal!

Het is Nederlands bloed wat er stroomt door die aderen bij ons drie en dus staat er als een paal boven water dat er gefietst moet worden! Het is een soort onverwoestbare drang denk ik van de doorgewinterde Nederlander in het kwadraat. En in Nepal zijn ze daar natuurlijk ook allang al achter! Geen Nepalees die het in zijn hoofd haalt om door de verkeerschaos, vol kuil, gruis en uitlaatgas voor de lol gezellig fris en fruitig wat rond te gaan fietsen temidden van een grote mierenhoop van doldwaas claxonnerend volk. Dat doet alleen een Nederlander. Een echte Nederlander wordt gewoon heel blij van fietsen hoe,wat,waar dan ook. Dat gegeven hebben ze hier in Nepal business-technisch gezien flink benut! Van de prijs die je in Kathmandu moet betalen om 1dag op een fiets te mogen zitten, kun je in Nederland een week lang Terschelling in het rondte pendelen. Voor afdingen waren ze in dit geval compleet ongevoelig.
En teveel voor iets moeten betalen is voor een echte Hollander haast onmogelijk te verkroppen.
Hoe leuk is het dan dat je jongste telg het hem wel eventjes fixt. Sam had namelijk na een paar weken Nepal een netwerk opgebouwd waar een gemiddeld mens een jaar of drie over doet zo ongeveer.
Wat betreft gevalletje ' fiets' vroeg Sam de 20 jarige Bimal om hulp. Bimal ging strak in de actie voor ons en nog geen vijf minuten later stonden wij stralend op straat met drie keke mountainbikes voor de helft van het gangbare bedrag. De Giant- bikes van de heren waren splinternieuw en hingen nog in de rekken gehuld in plastic en karton. Geheel op Nepalese wijze werd er zo slordigjes hier en daar wat plastic afgerukt maar vonden ze het daar bij die fietsentoco al snel welletjes. En zo fietsen Tim en Sam die dag Kathmandu vallei in het rond met van alles aan bungelende kaartjes, stroken karton en slierten plastic wapperend aan hun fiets. Heel apart! Van Willem, mountainbikegod alhier in Nepal ( van Nederlands komaf uiteraard) lenen we een perfecte routekaart. Hetgeen volstrekt geen overbodige luxe is aangezien ik twee zonen heb met van dat manachtigs als ' ik ga echt nog liever dood dan dat ik de weg vraag'!
Vanaf het fietsverhuurpunt, midden in Kathmandu stappen we mateloos optimistisch direct op onze MTB's om onze tocht te starten. Ik kan je vertellen: dit vraagt om een uitermate hoogontwikkeld vermogen qua motoriek,evenwicht, coördinatie en concentratie.
Een riksja ontwijken op rechts, direct links om een kleedje met wortel en ui heen fietsen. Plots remmen voor een overstekende koe, zigzaggen tussen grote stapels rijstemmertjes en hoog opgestapelde linzenpotten heen. Rechts om een slapende hond heen fietsen, nog net op tijd uitwijken voor een lijmsnuivend straatschooiertje welke zo ongeveer de spaken inrent om even paar roepies te komen lospeuteren.
Uiteraard hebben de boys en ik verkeerssituatie Nepal al lang en breed onder de loep genomen en geanalyseerd. Op het eerste gezicht kun je namelijk alleen maar denken..wat een wanhopig dramatisch staaltje mega onveilige verkeerschaos! Maar deze verkeerssituatie heeft ook een heel ander gezicht. Iedereen die hier aan het verkeer deelneemt is namelijk 100 % geconcentreerd. Je kunt het je absoluut niet permitteren om ook maar voor een splitsecond met andere dingen bezig te zijn dan heel bewust deelnemen aan het verkeer.
Ik bedoel..wees nou eerlijk...in Nederland raak je toch eigenlijk ronduit verveeld van het buitensporig overmatig tot in de puntjes doorgevoerde georganiseerde verkeer?! Dodelijk saai toch eigenlijk? Ik bedoel...dan ga je toch vanzelf zoeken naar leuke spannende en nuttige bezigheden om het geheel een beetje op te leuken tijdens het autorijden, toch? Smsen, boeiend muziekje erbij, swingen achter het stuur, puistjes uitknijpen voor de achteruitkijkspiegel...dat werk! Goed, ik kan je vertellen dat 1 puisje de kop indrukken tijdens het rijden hier in Nepal zorgt voor minimaal 1dooie hond onder je linkervoorwiel en een gecrashte riksja in je rechterzijvleugel.
Hoe dan ook, heel vreemd was het niet dat Tim, Sam en ik elkaar na niet meer dan 2 minuten fietsen door Kathmandu al compleet uit het oog waren verloren. En het, zonder overdrijven, bijna een uur duurde voor we weer met elkaar waren verenigd.
Maar toen kon ons fietsfeestje dan ook echt van start gaan.
Via heuvels en dalen en een geweldig netwerk van vage zanderige straatjes hobbelen we achter elkaar aan en maken we een mooie rit buiten de chaos van de stad, in de rust van de vallei. We passeren talloze idyllische kleine dorpjes. Bezoeken Patan (aldus Laliptur in het Sanskriet) langs de Bagmati rivier. Via Gosha in oostelijke route over zand en kiezels door naar Bhaktapur met zijn rijke religieuze cultuur, een centrum vol spectaculaire tempels en altaren en een bont geheel aan houten huisjes in geheel eigen stijl. Op een dakterras in de zon aldaar genieten we aan smoezelige tafeltjes van mierzoete zompige Nepalese hapjes, wat het pas echt afmaakt!
Op de terugweg laveer ik op mijn MTB'tje door het verkeer alsof ik mijn levenslang niets anders heb gedaan.

dinsdag 20 december 2011

Non-toeristic-behavior?!

Een volstrekt gangbaar beeld hier in Nepal in deze tijd van het jaar is het volgende: op willekeurige plaatsen door de stad staan mensen smorgens vroeg in kluitjes op elkaar geplakt in de zon zonder zichtbare actie. Wat doen deze Nepalezen daar nou toch? Simpel...na een hele koude nacht in een tochtje kierig hutje staan deze Nepalezen daar s' morgens op te warmen in de zon. Ronduit noodzakelijk alvorens de dag te beginnen is namelijk zien te ontdooien uit de verlammende kou van de nacht.
Ook al slapen wij hier niet in een gammel tochtig hutje ik vind dat ik compleet in mijn recht sta om aan te haken bij dit knusse opwarmingritueel. Gosh, wat zijn die nachten hier gruwelijk koud. Met name de nacht die ik samen met Tim in het volunteershouse doorbracht in Sankhu afgelopen week, toen we Sam op zijn stageplaats kwamen opzoeken. Daar ben ik min of meer ten onder gegaan in de Klappertandblues. Als een mummie in mijn slaapzakje geklemd. Het complete scala aan kleding en sokken laag over laag om mijn lijf opgestapeld. Zelfs de ultieme foetushouding kon mijn klappertanden niet beletten....
Het leukste echter van nachten als deze is dat je niet hartstochtelijk blijer kunt zijn met de zon wanneer deze de ochtend erna weer boven de bergtoppen uit komt piepen. En wanneer je dan (iedere dag opnieuw ) smiddags weer in een T-shirt zit te soezen in dat fijne zonnetje wat het hier zomaar weer eventjes 24 graden tovert, zijn de koude nachten heeeeeeeel ver weg!

Goed- te -weten- over - Nepal- punt-1: de bus is Nepal is nooit vol zelfs wanneer deze ongelofelijk vol is. Van het type compleet extreem afgeladen nokie- nokie vol. Het credo "er kan altijd nog meer bij" wordt hier blij lachend omhelst! Ik heb diep respect gekregen voor die oude gammele non-APK- bussen die toch minimaal 3 keer de toegestane hoeveelheid kilogrammen moet rond zeulen. Elke dag opnieuw. Als hoogbejaarde pakezels.
Toen ik met Tim afgelopen donderdag terugreed per bus van Sankhu naar Kathmandu drong opnieuw tot mij door dat de psychiatrische aandoeningen " smetvrees" en " sociale fobie" hier geen poot hebben om op te staan. Volstrekt onmogelijk. Man vrouw kip hond die net als ons met die bewuste bus mee wilden zijn de bus ingeperst en hingen half uit de deuropening naast een deur die uiteraard met geen mogelijkheid meer dicht was te krijgen. Op een klein bankje voor maximaal twee personen hingen we schuinsweg met zijn drieën tegen elkaar aan geplakt waarbij ademen haast kansloos was. Op schoot had ik twee ( uiteraard totaal onbekende) Nepalese kindertjes waarvan binnen vijf minuten nummero uno volstrekt op zijn gemak reuze knus tegen me aan lag te slapen. Oh, zo vertederd was ik.
Tim zijn benen verkeerde na een kwartiertje bussen echter in een staat van zijnde meer dood dan levend omdat er van alles aan mens en muis op over en tegenaan hing en het gehele scala aan bloedvat dichtplette. Met een Nepalese schone tegen zijn borst aan gedrukt ( het kan erger dacht ik maar zo) heeft hij deze busrit met kuitkramp en ademnood doorstaan. Over alle hoofden heen riep ik naar hem: " welkom in Nepal hè Tim"

Inmiddels zijn Tim en ik hier een week en heeft Sam zijn twee weken stage erop zitten.
Ik kom opnieuw tot de constatering dat het zijn in Nepal voor mij inderdaad puur een kwestie is van zijn. Het voelen, de mensen, de sfeer, de geuren...het is genoeg. Eigenlijk ben ik een compleet mislukte toerist ben ik wel achter. In plaats van rondrennen met een fotocamera om mijn nek van tempel naar tempel via legendarische bezienswaardigheden kies ik voor zijn,zitten en beleven. Ik kan werkelijk waar urenlang glazig voor me uit zitten staren op een stoel en het Nepalleven in me opsnuiven ( waarbij mijn compleet pakket aan ADHDskills finaal in de wilgen hangt).
Ik verbaas me er ook over hoe vertrouwenwekkend geuren kunnen zijn. Langzaam wakker worden in de mengeling van kruiden,wierook en houtvuur. Het nodigt me iedere ochtend weer ten volle uit deel te nemen aan her leven hier. Het maakt me gretig op een manier die me tevens rustiger maakt . Al mijn onrust die me zo eigen is, is verdwenen met de eerste voetstap op Nepalese grond.
Voor mij betekent genieten van Nepal het ontmoeten van mensen. Het leven voelen. Een kwestie van bewegen tussen, met en alles daarbij! Daar kan geen tempel tegenop!

Toon mij de waarde van echte rijkdom!

Tim en ik klimmen omhoog. We nemen er een middag voor om via bochtige,kuil en hobbelweggetjes vanuit Sankhu, Nagargot te bereiken. Immense vergezichten van vallei in de zon...onbeschrijfelijk de pracht en de rust! Hier en daar galmt er een "Namaste" door de vallei ( DE traditionele groet hier in Nepal, wat zoiets betekent als " Ik groet de god in jou!") wanneer we worden gespot en galmen wij terug! We worden gepasseerd door een Suzuki'tje die volgeladen met van alles aan man, vrouw en kind tas en smut via al die stenen en kuilen met z'n kleine bandjes en gierende motor omhoog probeert te komen. Tim: " Zo, dat is dapper!" en dat is het inderdaad want nog geen vijf minuten later stuiten we op het gestrande Suzuki'tje die met gierende banden in een kuil is blijven hangen. Tim helpt de Nepali mannen het dappere karretje op te duwen om zo de hindernissen te kunnen nemen waar de auto onder leek te bezwijken. Het lukt en onverschrokken blijmoedig vervolgt de Suzuki zijn weg!
Af en toe komen we al wandelend door oernepalese bergdorpjes waar het voelt als leven van weleer. Of als leven in wederopbouw...zoals Tim het benoemt. We raken er niet over uitgepraat hoe overweldigend de verschillen zijn en welke facetten maken en mogelijk hebben gemaakt dat dit zo is. Ons mens in ons landen leven zo ieder voor zich hun eigen leven. Hier leeft alles en iedereen met elkaar. Kind,kip,man,vrouw,koe,geit... De openheid en daarmee toegankelijkheid van de huisjes maakt dat het geen eilandjes op zich zijn maar 1 groot gezamenlijk geheel is. Het heeft wat van de sfeer die wij kennen van een zomers campingleven. Maar misschien is dat wel een beroerde vergelijking.
Zorgt de armoede ervoor dat de mensen elkaar hier veel meer opzoeken? Iedereen heeft elkaar veel meer nodig wat voor een veel grote sociale bewogenheid en betrokkenheid zorgt. Zo lijkt het! Men zorgt voor elkaar en elkaars kinderen puur omdat het gewoon zo is, zo hoort en compleet normaal is. Volstrekt niet vanuit een " kijk mij nou eens nobel voor jouw kinderen zorgen" iets omdat dat hier en daar gebeurt maar zeker geen standaard goed is!

De zon hangt nog net vol rond boven de horizon en het begint alweer flink koud te worden wanneer we Nagargot bereiken. We proberen een plekje te bemachtigen in een guesthouse aldaar, wat zich volgens nepalese rituelen voltrekt. Voor we gaan onderhandelen over de prijs van de kamer vragen we of we de kamer mogen zien. Vervolgens worden we meegetroond via kruip-door-sluip-door weggetjes naar schimmelig ruikende stoffige kamertjes alwaar een stralende nepalimeneer ons een doorgezakte minitwijfelaar wijst waar moeder en zoon volgens hem de nacht toch prima kunnen doorbrengen. Wanneer wij daar iets anders over denken troont hij ons mee naar de overkant. Ook zakelijke processen lijken hier in Nepal altijd van verstrengelde belangen. Er is namelijk altijd wel een broer, zus, vriend, zoon of tante die ons dan wellicht iets passend kan bieden wanneer de onderhandeling ter plekke wat lijken te stagneren. Zo worden we in het donker meegenomen naar een kamertje wat wederom ook weer een Nepalees hoogtepunt blijkt te zijn. Een groots smoezelig rommelig optrekje met bijpassende geur. De heren staan er stralend hun tanen bij bloot te lachen van trots. Ik loop de kamer in, inderdaad twee aparte bedden waar ook een westerse mens in moet kunnen passen! Dat klopt! Ik loop de kamer in en open de badkamer alwaar ik een geheel-in-stijl toilet signaleer en zowaar ook een douche! Ik ben ondertussen echter wat Nepalese ervaringen rijker en dus vraag ik de vriendelijke heren of er ook warm water uit de douche komt! De lach zakt wat van het gezicht wanneer ze moeten toegeven dat dat niet het geval is. Maar bijna onmiddellijk gaan de tanden weer bloot! Voor alles is een oplossing! Wij krijgen twee hele emmers vol met warm water! Ze zien er weer ronduit zo gelukkig uit met deze oplossing. Het voelt bijna wreed om dit te weigeren. Maar god, wat zijn we toe aan een douche. In ons Kathmandu appartement is vaker niet dan wel water en wanneer er water is dan is het diepgekleurd bruinrood met een overweldigende roestgeur. Ik heb er 1keer vol onverdroten optimisme mijn haar gewassen en ben nog steeds deeply impressed van de invloed hiervan op mijn haar wat ik nadien overigens nog maar nauwelijks haar kan noemen. Goed, de shampoo was dus in het backpackje mee gegaan naar Nagragot om daar missie "haar wassen" te helpen voltooien.
Twee diep teleurgestelde mannen lieten we achter ons. Mijn schuldgevoel knaagde zich een subtiel weggetje...dat wel.

Tim en ik beleven een bijzondere avond daar hoog in de bergen. We eten bij het vuur van een immense vuurpot. Er haakt van alles aan qua Nepalees volk. Kinderen, jongeren, mannen, vouwen... Het komt en gaat. Even doorwarmen bij het vuur, wat praten, lachen, het vuur opstoken en dat af en aan. De sfeer is fijn en gemoedelijk. Heel eigen en ( gast)vrij. Ver van " opgeprikte geforceerdheid". Tim en ik genieten er beide van. We worden ingewijd in de wereld van de Nepalese rumthee, heerlijk verwarmend bij de gruwelkou in de avonden. En ik maak kennis met "Haluwa" dat wat ik zonder twijfel doop als mijn favoriete Nepaldessert. Worteltjesoranje met de structuur van griesmeelpap en een volle zoete smaak.

Vuurplaatsjes, houtvuurtjes en vuurpotten..je ziet het ieder avond weer aan de lopende band ontstaan hier langs de kant van de weg, op iedere hoek van de straat. Op dakterras en veranda! Genieten! Ik kan mijn lach niet geheel onderdrukken wanneer ik dit vertaal naar de Nederlandse situatie: Hallo, ik Nederlandse Micha de Groot zou graag een vuurtje willen organiseren. Wat zou u daarvan zeggen? Nou, mevrouw, in 90 % van de gevallen kan ik dat helaas niet toestaan. In zeldzame gevallen is het eventueel toegestaan wanneer u dit tenminste 3 maanden van te voren schriftelijk aanvraagt in zesvoud, zorgt voor 86 blusdekens en 52 blusapparaten en de plaatselijke brandweer op de hoogte stelt. Misschien kunnen wij dan eventueel een vergunning verstrekken welke u de mogelijkheid verschaft in een goed afgesloten vuurpot een niet-al-te-uitbundig- vuurtje te stoken. Dit met houtjes met een maximale lengte van 20 centimeter. De vergunning zal worden afgegeven met een tijdsbestek van 19.30 tot uiterlijk 20.45. En oja...vergeet niet een aanzienlijke berg zand ernaast op te bouwen en 12 emmers water rond het vuur op te stellen en zelf brandwerende kleding te dragen! Misschien kunnen wij u dan eventueel een vergunning verschaffen!
Oké...goed! Dat klinkt gezellig!

Dichtbij de warmte van het vuur die avond in Nagargot, zit ik wat voorovergebogen en tuur naar het dynamische vlammenspel. Raj Kumar Mala, de Nepalees die naast me zit kijkt me aan en zegt met zijn prachtige glimlach " You must feel very lucky?! Sitting here in Nepal, around the fire, enjoying diner and company!
Ik kijk hem aan straal terug:
"Yes I am very very lucky!!"

Terug in land van Nepalees namaste

‎....9 December 2011, Vrijdag op zaterdag nacht...in de verwachtingsvolle rode gloed van schemerzon en het zacht ronkend geluid van motoren vliegen we letterlijk het licht tegemoet...Nepal! Gehuld in een onbeschrijfelijk gevoel van verrukking en euforie popel ik de vlieguurtjes door.
10 December, zaterdagmiddag...Wanneer ik uiteindelijk op zaterdag mijn voeten op Nepalese bodem zet en de vertrouwde geur van wierook en smeulend houtvuur mijn neus bereikt barst ik nog net niet in huilen uit!
Hoe is het mogelijk dat een land zo ver weg weg van mijn thuisland en zo anders dan wat ik mijn leven lang al door en door ken zo ontzettend eigen kan voelen? Zo ontzettend als thuiskomen. Ongelofelijk onbeschrijfelijk!

Bharat en Sam staan klaar op de luchthaven om ons ( = Tim en mij en Huub, vriend van Rene ) welkom te heten, met de traditioneel Nepalese oranje bloemenslingers.
Behangen met slingers wordt het weer even een ritje oerdegelijk rondschudden in de jeep voor we even later aankomen bij " ons" Gaia waar we ons nestelen in tijdelijk huisje, appartement erboven welke gefixt via Renée (een vrouw die ik heb leren kennen tijdens mijn eerste bezoek Nepal begin dit jaar)
Hoe fijn om in de megaenthousiaste flow terecht te komen van weerzien van van alles en iedereen.
Binnen 3 seconden is me al compleet duidelijk dat Sam zich hier in no-time compleet heeft lopen innestelen. Mijn god, ongelofelijk hoeveel mensen hij al kent en hoeveel mensen hem herkennen op straat. Vanuit allerhande landen en windstreken. Hoe eigen en gemakkelijk hij zich door deze Nepalese wereld beweegt. Dacht ik voor vertrek nog dat ik de boys wel " even" wegwijs zou maken in Kathmandu.....niets blijkt minder waar. Binnen een week heeft Sam zijn kont er hier dusdanig ingedraaid dat hij Tim en mij wel eventjes mee op sleeptouw zal nemen. Wat nou " ontbijten bij Gaia!?" nee..we gaan naar dit of dat of zus of zo. Een breakfastplace voorzien van dakterras in de zon, een restaurantje vol locals met overheerlijke sandwiches en zoete broodjes...en zo meer.
Maar hoe dan ook...op avond nummero uno is het thuiskomen bij Gaia en eten we bij de vuurkorf samen met Sophia en Jaap, mensen die Sam in Sankhu heeft leren kennen.
Om ons vervolgens onder te dompelen in Kathmandu's nachtleven met Reggaebar en Sam's bar. Livemusic,swing it out, dakterras met waterpijp en houtvuurtjes en genietende mensen. Alles in de onvervalste gemoedelijkheid!
Het zal het tijdsverschil zijn, het zal de volle maan zijn..en zo meer maar die nacht lig ik uur na uur klaarwakker naar het plafond te staren. Binnen een halve dag ben ik alweer alweer zo vol van indrukken en voel ik me zo overweldigend op mijn plek dat ik er grootse fantasieën op loslaat hoe het zou zijn hier te wonen,le leven,te zijn voor lange tijd en nog langer!
Nepal...ik heb het land en zijn mensen in mijn hart gesloten en hoop vanuit mijn tenen mijn jongens iets van die liefde hier te kunnen laten ervaren. Maar eigenlijk twijfel ik er niet aan dat dat gaat lukken!