zondag 1 april 2012

Een nieuwe Nepalervaring aan mijn voeten

Op het moment dat ik mijn billen neervlij op de achterbank van de auto van pap en mam met de geruststellende gedachte dat mijn volgeplempte backpack veilig en wel in de kofferbak ligt, begint mijn vakantie. Alsof ik werkelijk bezit over het vermogen intern een knopje om te zetten. Alsof ik bijna letterlijk mijn prominente to-do-lijstjes van het kaliber never-ending-story, ritueel verbrand en daarmee de figuurlijke vakantiedrempel overstap.

Alles loopt zo smooth als het maar gaan kan en na de rituele incheckhandelingen gaan we voor een gezamenlijk moment met versnapering.
In de vroege ochtend was er nog een email van Rene binnengevlogen, behalve gericht aan mij ook aan ene ( voor mij onbekende) Nick. Dit om ons erop attent te maken dat wij samen in hetzelfde vliegtuig zouden zitten die avond naar Kathmandu. En zoals dat gaat in een tijd als dit met alle snelheid die daarbij hoort hadden we vijf minuten later telefonische even kennisgemaakt en was de Facebooklink uiteraard gelegd. Ook op Schiphol hadden we elkaar al snel in het snotje.
Nick, 20 jaar, met de complete uitstalling die daarbij hoort, op de drempel om Nederland te verlaten voor god-weet-hoe-lang en wat en waar. 1 1/2 jaar minimaal is de planning....te starten met Nepal. Je begrijpt dat de hele schare was vertegenwoordigd als uitzwaaicomité voor Nick..een compleet geheel aan chille vrienden, kleine nichtjes en neefjes , inclusief snotter-oma want tja..je kleinkind uitzwaaien voor minimaal anderhalf jaar gaat nou eenmaal niet in je kouwe kleren zitten.

In het vliegtuig nestel mij op 21C, keurig zoals van mij verwacht wordt. Voor mij op de grond plant ik mijn reisvriend in de vorm van mijn overduidelijk rode kippling tas ( lees..uit de kluiten gewassen hutkoffer) die zorgt voor alle varianten aan vertier voor onderweg. 12 uur vliegen is voor mij verre van een straf namelijk maar verschaft mij de royale positie om nou eindelijk eens te doen wat ik elke dag wel wil doen maar nooit aan toe kom. Echt... noem het en het zit in mijn fijne tas. Het is een wereldje op zichzelf, die tas van mij waar ik bijna een TomTom bij nodig heb om de weg te vinden in het gangenstelsel van opbergzakjes, vakjes, gleufjes en nisjes. Iedere keer word ik weer blij verrast door mijzelf dat ik oja-jippie- dit ook heb meegenomen. Ik ben er voor mezelf nog neit helemaal uit of deze overdaad mij..
A. Een rustgevend gevoel bezorgd( alles is nabij..1 greep in mijn tas en ik kan doen wat ik al maanden wilde maar nooit aan toekwam ( lezen, schrijven, rustig een mandarijntje pellen en daar zachtjes ohmmm bij neuriën, de Happinezz lezen welke ik weken geleden al cadeau heb gekregen van mijn pap en mam maar tot nu toe lag stof te vangen in een hoek, muziek luisteren, origamifiguurtjes vouwen ;) met het puntje van mijn tong uit mijn mond wegens opperste concentratie....en nog veeeeel meer)
Of
B. Een grenzeloos gevoel van buitensporige rusteloosheid ( al die mogelijkheden...wow..waar te beginnen. In al mijn gretigheid wil ik mijn activiteitenontplooiing zo optimaal mogelijk laten verlopen uiteraard.)

Na acht uur vliegen landen we voor een uurtje op Sharjah, midden in de dorre droogte van de immense woestijn. We verlaten het vliegtuig en gaan voor een ommetje vliegveld waar Nick dolgelukkig kan nicotine happen en als een kind zo blij de Mac ontdekt waar hij ...twee burgers naar binnenschuift en mij in een spontane actie op een sapje trakteert.

Vanaf Sharjah is het nog een kleine vier uur vliegen naar Kathmandu. Eenmaal geland (met flinke vaart de landingswielen op Nepalese bodem is een groots gevoel) nog even twee uurtje de rij in voor het felbegeerde nepalvisum en jawel hoor... De wondere wereld die Nepal heet ligt aan mijn voeten.
Voor het immense raam van de grote ontvangsthal springt Rene met zijn buitensporig charismatische uitstraling direct in het oog. Grote glimlach en de kleine stralend zwaaiende Babou, zoontje van Bharat, op zijn arm. Mijn hart loopt over.
Al stuiterend ( schokbrekers en vering is in Nepal nog een verbeterpuntje, zeg maar)verlaten we per auto de luchthaven. Barhat met zijn kleine Babou voorin waarbij ik de hele tijd overweldigd wordt door zo onvoorstelbaar veel blijheid. Binnen drie minuten hebben Babou en Micha elkaar al in het hart gesloten. Hetgeen bezegeld wordt met de traktatie van een handjevol chipskruimels welke met een smoezelig knuisje liefdevol mijn mond wordt binnengeloodst. Is dat even thuiskomen!

Nog meer thuiskomen in Thamel. De wijk zo vertrouwd. Gaia voelt alsof ik niet weg ben geweest en hier gister nog aan mijn Nepalitea zat te nippen onder de apenboom. Heerlijk gevoel.
Mustanghotel met zijn vaal verschoten tapijt, de smoezelige gordijnen die met wat halfslachtige haakjes de boel proberen te redden en vastgeroeste kranen waarbij het altijd weer een verrassing is of er iets uitloopt wanneer je hem open draait.
Wanneer we binnenlopen is de zon al onder. De powercut maakt dat ik bij het schijnsel van een luttel zaklampje mijn gegevens invul op het registratieformulier. In het donker trap na trap klimmend naar mijn kamer. Ik vraag me af hoe ontzettend veel voeten mij hier al zijn voorgegaan. Hoeveel voeten dit vezelloze tapijt waarvan alle kleur is getransformeerd naar vage grijstinten, heeft gedragen.
Nog geen tien minuten laten heb ik mijn eerste Nepali douchemomentje te pakken...een koude douche in het donker die mij weer echt even laat voelen dat ik leef. Nou, niets liever dan dat natuurlijk.

1 opmerking:

  1. Namaste Micha, heel fijne reis gewenst. Geniet ervan, maar dat gaat je zeker weer lukken. Huub

    BeantwoordenVerwijderen