donderdag 5 april 2012

Kinderlijk geluk

Gaia gaat nog gehuld in een laatste rest ochtendnevel wanneer ik om 6.30 de patio binnenschuif om daar een smulverse gloeiend hete bananaporridge en marsalatea te gaan genieten alvorens ik met mijn backpack richting bus vertrek om naar Pokhara af te reizen.
De avond ervoor zat ik er nog samen met Rene om het leven door te nemen in een stijl die past bij twee mensen die elkaar maar heel zelden zien, elkaar ontzettend veel te vertellen hebben en behept zijn met een stuiterende ADHD- energie. Helemaal goed dus daar bij Gaia met het schijnsel van kaarslicht onder de apenboom.

Tijdens de zeven uur durende busrit naar Pokhara geef ik het opnieuw een kans.
Opnieuw waag ik mij eraan mijn gedachten te laten gaan en zo boven tafel te krijgen wat maakt dat Nepal voelt zoals het voor mij voelt. Waarom het zo binnen komt dat ik bij terugkomst in Nederland de eerste tijd verga van de heimwee naar dit betoverende land en zijn bijzondere mensen. Een gevoel dat vooral de eerste tijd na terugkeer hevig aanwezig is maar schrijnend blijft rond zoemen in mijn onderbuik. Wat maakt dat Nepal me een groots gevoel van thuiskomen bezorgd? Het land met al zijn eigenheid, gewoontes en leefstijl zijn zo volstrekt anders dan ik ken van Nederland dat het niet logisch lijkt me hier dusdanig thuis te voelen.
Ik doe niets liever dan het leven pellen als een uitje...schil voor schil... om zo voor mijzelf trachten te achterhalen wat er schuilgaat onder en achter gedrag of gevoel. Ik wil het onder een loepje nemen en trachten uit te vissen waarom dingen voelen, zijn en gaan zoals ze gaan. Waarom gedraag ik mij zo, waarom voel ik dit en van waar komt het bij die ander? Een fascinatie en gretigheid naar het leven en de mens in al zijn facetten.
Wat is het met Nepal?
De wereld 'Nepal' betekent voor mij 'gemoedelijkheid' in de eerste plaats. Wanneer ik zondag per bus van Kathmandu naar Pokhara reis schuift deze hele wereld aan gemoedelijkheid weer aan me voorbij. Ik laat me vollopen met de wereld van improvisatie, sociale bewogenheid, rust en geluk. Gewoon ' zijn' in de pure vorm! De basis, de kern is compleet!
De kleine dorpjes met alle hutjes ( huisjes) her en der zonder enige logica ( heerlijk). De huisjes bestaan uit wat slordige wanden, een reep golfplaat als dak waarbij stenen moeten behoeden dat de plaat niet bij iedere eerste de beste windhoos wegwaait. Een lap stof welke als deur fungeert deur maar dan nog alleen maar voluit hangt tijdens de nacht, de kou en de regen. Verder staat de gevel altijd open zoals het hele leven hier open staat en toegankelijk is. Wassen, badderen, eten, samen zijn en theedrinken. Alles gebeurt buiten. Openlijk, inzichtelijk en met elkaar. Als een grenzeloos groot sociaal proces met een vanzelfsprekende toegankelijkheid.
Waarom word ik hier nou zo gelukkig van? Dit aanschouwen of beter nog...hier deel van uit mogen maken. Er moet iets eigens, iets vertrouwds inzitten wat mijn wortels raakt. Net zoals als met klanken en geuren kan gaan. Klanken en geuren welke je in 1 'split second' jaren en jaren kunnen terug zwiepen in de tijd en als vanzelf al die tijd overbruggen en een vertrouwd gevoel omhoog kunnen laten borrelen.
Slecht vier jaar oud was ik toen mijn opa overleed. Ik hield van mijn opa. Mijn dierbare opa met zijn brede nek, korte dunne witte haartjes en alpinopet. Er zijn herinneringen, als vage flarden in mijn brein. De tijd met hem samen in zijn huisje in Alkmaar. Het huisje wat je alleen kon bereiken per bruggetje over de smalle sloot. Waar ik zo graag kwam en speelde. Zittend op de grond met knikkers en houten dieren.
Weinig tastbaar en concreet zijn de herinneringen maar de sfeer van herinnering diep in mijn lichaam opgeslagen en komen vrij in een vorm van melancholiek wanneer er een geur mijn neus binnendringt die mij onmiddellijk weer als driejarig meisje op de grond doen belanden van het huisje van mijn opa. Het is een geur met de mengeling van nieuwe verfkwasten en mottenballen.
En dit is dan maar een voorbeeld. Geuren en klanken overbruggen met regelmaat en zonder moeite 10,20,30 of 40 jaar in de tijd.
De eerste twee akkoorden van een willekeurig nummer van James Taylor en ik zit weer bij Frank op schoot.
1986 en smoorverliefd. Het nummer " You are my only one" hebben wij samen in alle toonaarden beleefd en doorvoelt. De lange lieve handgeschreven brief van Frank die ik overlopend van liefde las, zittend op de zachte bruine hoekbank in het huis bij mijn ouders terwijl " only one" aan een stuk door uit de speakers klinkt. Een heerlijke ultieme combinatie voor een verliefde zestienjarige kan ik je wel vertellen.
Ik hoor " Song for you far away" en onmiddellijk voel ik het zand onder mijn blote voeten terwijl ik samen met Frank door het zand van Egmond stap, dicht tegen elkaar aan, keer op keer heen en weer naar het strandhuisje terwijl de stem van James klinkt vanuit de minispeakers, die zorgvuldig zandvrij zijn weggestopt in de rugzak die voor ons bungelt.
Toen onze twee prachtige zonen de stap van " buik" naar " aarde" maakte zong James Taylor zachtjes op de achtergrond de muziek van onze liefde terwijl ik de weeën weg pufte. Ons samenzijn wat veranderde van met zijn tweeën, naar z'n drie, naar z'n vier.
Het heeft me letterlijk jaren gekost voor ik weer in staat was om naar James te luisteren zonder verscheurd te worden door hartenpijn na onze scheiding in 2001.
Vertrouwenwekkende herinneringen, diep gegroefd in mijn ziel, in mijn zijn.

Dorpje na dorpje passeren we, in de gloed van zon en een vage waas van stof, onderweg naar Pokhara. Kinderen badderen op straat en rennen met glimmend natte blote lijfjes schaterlachend achter elkaar aan. Kluitjes vrouwen doen samen een was van bontgekleurde lappen bij de stromende kraan langs de weg terwijl daarnaast een witte geit wat met zijn oren staat te flapperen en al kauwend op een halve grasspriet het zo te zien prima naar zijn zin heeft.
Zittend op haar hurken is een vrouw bezig met het fijnstampen van kruiden in een grote vijzel.

Ik ga opnieuw 30-40 jaar terug in de tijd. Op mijn spillebenen huppel ik door de woonkamer van het huis waar ik woonde met mijn ouders in Oudorp. Linda, mijn lievelingspop, kleine beer, grote beer en mini pop ze hadden allemaal een huis nodig, was mijn uitgesproken mening. Ik liep daarom af en aan te slepen met wollen dekens en oude slaapzakken om hierin te voorzien. 2 eikenhouten stoelen tegenover elkaar en daartussen een tafeltje op zijn kant. En dan daar overheen een groot kleed. Her en der een knijper welke het lappendak van mijn woning op zijn plek moesten houden. Een gestreepte plaid met franjes moest dienen als deur. En met die finishing touch was mijn huis klaar om bewoond te worden.
Buiten in de bosjes verzamelde ik mijn favoriete mix van kakelverse blaadjes en grote groene grassprieten. Alles ging mee in de zakken van mijn jas en thuis bereide ik daar, zittend op mijn hurken op de grond, de allerlekkerste prutjes van in een gekleurd plastic bakje. De blaadjes en het gras, samen met wat modder en besjes, werden door mij met een stokje zorgvuldig door elkaar gemengd. Het eten voor mijn lievelingen was daarmee een feit. Onder een lap, op de grond met pop en beer genoot ik op de grond van ons geweldige diner.
Dit tafereel staat niet op zich maar is een kleine schakel in de reeks van soortgelijke ervaringen. Ik ben dankbaar en blij dat mijn ouders me de ruimte gaven om aldoor opnieuw de woonkamer op stelten te zitten. Dat ik de ruimte kreeg om de doorgang van kamer naar de keuken compleet te versperren omdat nou eenmaal alles ondergeschikt was aan mijn missie "hutten bouwen." Dat ze op visite kwamen bij mij en pop en beer en eindeloos mijn bessenprutjes dankbaar in ontvangst namen. Samen zittend op de grond onder mijn lappendak.
Wanneer ik per bus door Nepal hobbel en mijn gedachten laat gaan over wat maakt dat Nepal vertrouwd voelt en inhaakt op mijn wortels dan weet ik ineens zo zeker als wat dat het hiermee te maken moet hebben.
Om mij heen ervaar ik een keur aan kinderlijke eenvoud en genieten. Het leven in Nepal toont hoe kinderlijk simpel het leven kan zijn. Een stukje golfplaat, wat stenen, een takkenbos als bezem, koken op een houtvuurtje op de grond, een stoffen lap als deur en je hebt een huis! En kinderlijkheid gaat hand in hand met onbezorgdheid, leven in het nu en domweg ongecompliceerd genieten in al zijn eenvoud.
En zeg nou zelf..wie wil dat nou niet? En echt niet alleen als kind!

zondag 1 april 2012

Een nieuwe Nepalervaring aan mijn voeten

Op het moment dat ik mijn billen neervlij op de achterbank van de auto van pap en mam met de geruststellende gedachte dat mijn volgeplempte backpack veilig en wel in de kofferbak ligt, begint mijn vakantie. Alsof ik werkelijk bezit over het vermogen intern een knopje om te zetten. Alsof ik bijna letterlijk mijn prominente to-do-lijstjes van het kaliber never-ending-story, ritueel verbrand en daarmee de figuurlijke vakantiedrempel overstap.

Alles loopt zo smooth als het maar gaan kan en na de rituele incheckhandelingen gaan we voor een gezamenlijk moment met versnapering.
In de vroege ochtend was er nog een email van Rene binnengevlogen, behalve gericht aan mij ook aan ene ( voor mij onbekende) Nick. Dit om ons erop attent te maken dat wij samen in hetzelfde vliegtuig zouden zitten die avond naar Kathmandu. En zoals dat gaat in een tijd als dit met alle snelheid die daarbij hoort hadden we vijf minuten later telefonische even kennisgemaakt en was de Facebooklink uiteraard gelegd. Ook op Schiphol hadden we elkaar al snel in het snotje.
Nick, 20 jaar, met de complete uitstalling die daarbij hoort, op de drempel om Nederland te verlaten voor god-weet-hoe-lang en wat en waar. 1 1/2 jaar minimaal is de planning....te starten met Nepal. Je begrijpt dat de hele schare was vertegenwoordigd als uitzwaaicomité voor Nick..een compleet geheel aan chille vrienden, kleine nichtjes en neefjes , inclusief snotter-oma want tja..je kleinkind uitzwaaien voor minimaal anderhalf jaar gaat nou eenmaal niet in je kouwe kleren zitten.

In het vliegtuig nestel mij op 21C, keurig zoals van mij verwacht wordt. Voor mij op de grond plant ik mijn reisvriend in de vorm van mijn overduidelijk rode kippling tas ( lees..uit de kluiten gewassen hutkoffer) die zorgt voor alle varianten aan vertier voor onderweg. 12 uur vliegen is voor mij verre van een straf namelijk maar verschaft mij de royale positie om nou eindelijk eens te doen wat ik elke dag wel wil doen maar nooit aan toe kom. Echt... noem het en het zit in mijn fijne tas. Het is een wereldje op zichzelf, die tas van mij waar ik bijna een TomTom bij nodig heb om de weg te vinden in het gangenstelsel van opbergzakjes, vakjes, gleufjes en nisjes. Iedere keer word ik weer blij verrast door mijzelf dat ik oja-jippie- dit ook heb meegenomen. Ik ben er voor mezelf nog neit helemaal uit of deze overdaad mij..
A. Een rustgevend gevoel bezorgd( alles is nabij..1 greep in mijn tas en ik kan doen wat ik al maanden wilde maar nooit aan toekwam ( lezen, schrijven, rustig een mandarijntje pellen en daar zachtjes ohmmm bij neuriën, de Happinezz lezen welke ik weken geleden al cadeau heb gekregen van mijn pap en mam maar tot nu toe lag stof te vangen in een hoek, muziek luisteren, origamifiguurtjes vouwen ;) met het puntje van mijn tong uit mijn mond wegens opperste concentratie....en nog veeeeel meer)
Of
B. Een grenzeloos gevoel van buitensporige rusteloosheid ( al die mogelijkheden...wow..waar te beginnen. In al mijn gretigheid wil ik mijn activiteitenontplooiing zo optimaal mogelijk laten verlopen uiteraard.)

Na acht uur vliegen landen we voor een uurtje op Sharjah, midden in de dorre droogte van de immense woestijn. We verlaten het vliegtuig en gaan voor een ommetje vliegveld waar Nick dolgelukkig kan nicotine happen en als een kind zo blij de Mac ontdekt waar hij ...twee burgers naar binnenschuift en mij in een spontane actie op een sapje trakteert.

Vanaf Sharjah is het nog een kleine vier uur vliegen naar Kathmandu. Eenmaal geland (met flinke vaart de landingswielen op Nepalese bodem is een groots gevoel) nog even twee uurtje de rij in voor het felbegeerde nepalvisum en jawel hoor... De wondere wereld die Nepal heet ligt aan mijn voeten.
Voor het immense raam van de grote ontvangsthal springt Rene met zijn buitensporig charismatische uitstraling direct in het oog. Grote glimlach en de kleine stralend zwaaiende Babou, zoontje van Bharat, op zijn arm. Mijn hart loopt over.
Al stuiterend ( schokbrekers en vering is in Nepal nog een verbeterpuntje, zeg maar)verlaten we per auto de luchthaven. Barhat met zijn kleine Babou voorin waarbij ik de hele tijd overweldigd wordt door zo onvoorstelbaar veel blijheid. Binnen drie minuten hebben Babou en Micha elkaar al in het hart gesloten. Hetgeen bezegeld wordt met de traktatie van een handjevol chipskruimels welke met een smoezelig knuisje liefdevol mijn mond wordt binnengeloodst. Is dat even thuiskomen!

Nog meer thuiskomen in Thamel. De wijk zo vertrouwd. Gaia voelt alsof ik niet weg ben geweest en hier gister nog aan mijn Nepalitea zat te nippen onder de apenboom. Heerlijk gevoel.
Mustanghotel met zijn vaal verschoten tapijt, de smoezelige gordijnen die met wat halfslachtige haakjes de boel proberen te redden en vastgeroeste kranen waarbij het altijd weer een verrassing is of er iets uitloopt wanneer je hem open draait.
Wanneer we binnenlopen is de zon al onder. De powercut maakt dat ik bij het schijnsel van een luttel zaklampje mijn gegevens invul op het registratieformulier. In het donker trap na trap klimmend naar mijn kamer. Ik vraag me af hoe ontzettend veel voeten mij hier al zijn voorgegaan. Hoeveel voeten dit vezelloze tapijt waarvan alle kleur is getransformeerd naar vage grijstinten, heeft gedragen.
Nog geen tien minuten laten heb ik mijn eerste Nepali douchemomentje te pakken...een koude douche in het donker die mij weer echt even laat voelen dat ik leef. Nou, niets liever dan dat natuurlijk.